Spring naar content

Afscheid Johan Gortworst: kroonjuwelen

22 juni 2020

Valente neemt deze maand afscheid van Johan Gortworst, die zich 22,5 jaar heeft ingezet voor de vrouwenopvang. In deze blog zijn persoonlijke afscheidswoorden.

“Midden jaren negentig kreeg ik als ambtenaar bij WVC een donkerblauw boekje in handen met de inspirerende titel: ‘De functionele indeling van de maatschappelijke opvang’. Het was een poging van de Federatie Opvang om een lappendeken aan kleine en grote instellingen in beleidstaal ‘te pakken’. Het kostte me de nodige tijd om te snappen wat ‘residentiële opvang met partiële begeleiding, intensief’ is. Er bestond ook algemene crisisopvang, niet te verwarren met de crisisopvang in de GGZ. Eén pagina trok gelijk mijn aandacht. Kort en bondig werd beschreven waar deze sector trots op is. De instellingen staan open voor iedereen die in de problemen zit. Het maakt niet uit waar je woont. We voeren geen lange intakegesprekken. We houden rekening met een terugval en dan mag je weer opnieuw beginnen. Samen te vatten als laagdrempelige toegang, geen indicatiestelling vooraf en landelijke toegankelijkheid.

Daarnaast boden de blijf-van-m’n-lijfhuizen veiligheid als je door ruzie thuis gevaar liep. Ik verdiepte me in de herkomst van de namen van de instellingen en ze verwezen vaak naar de stichters. Eenlingen die misstanden in de samenleving niet konden verdragen en een daad stelde. Dwarsliggers, ongemakkelijke mensen, overtuigd van het eigen gelijk en soms ook moeilijk om mee samen te werken. Ze kregen het wel voor elkaar. De instelling stond er nog steeds en breidde uit.
Juist in die tijd was het rijk al in overleg met de gemeenten om de beleidsverantwoordelijkheid en de financiering van het rijk over te dragen naar de gemeenten. Het viel me op dat de Tweede Kamer daar zeer voorzichtig mee omging. Was deze sector wel in goede handen bij de gemeenten? Het proces verliep stapje voor stapje en vanuit de Kamer begeleid met moties en extra geld. Ik zag dat die landelijke toegankelijkheid in de Welzijnswet was verankerd. Daar had de Federatie Opvang voor gezorgd.

Er is in de jaren daarna natuurlijk veel veranderd, maar ik heb die ene bladzijde altijd gekoesterd. Daar stonden de kroonjuwelen van deze sector beschreven en toen ik later voor de Federatie Opvang werkte, heb ik mijn best gedaan ze goed te verzorgen. Waar we ook zaten, of het nu in Utrecht of Amersfoort was, goed opgeborgen in een kistje namen we ze mee. Mijn vraag aan jullie is: zorg goed voor ze.

Bij elke nieuwe wet is het gelukt om de achterliggende principes aan de wetgever duidelijk te maken. Het feit dat de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang een aparte plek in de Wmo 2015 hebben gekregen, vindt hier zijn oorsprong. En het bijzondere is: ze zijn in 2015 ook van toepassing verklaard op beschermd wonen. Ze staan daardoor voor Valente als geheel in het pronkkastje! Het is niet vanzelfsprekend. Natuurlijk is het goed om in elke gemeente tot intensieve samenwerking te komen, maar door die opdracht tot permanente beschikbaarheid voor mensen in nood, waar ze ook vandaan komen, geeft deze sector een unieke landelijke opdracht. De instellingen die hier pal voor staan vormen met elkaar een landelijk verband. Je hebt elkaar voor de uitvoering van die opdracht nodig.

En zoals de eerste voorzitter van de Federatie Opvang, de oud-staatssecretaris van CRM, mevrouw Kraaijeveld-Wouters, ooit eens zei: als deze sector volledig ambulantiseert is ze haar landelijke positie kwijt. Met andere woorden, die opvangfunctie, het bieden van opvang en veiligheid ongeacht je woonplaats, is cruciaal. ‘Opvang’ vraagt overigens steeds om een eigentijdse vertaling. De overvolle slaapzalen laten we achter ons en we zien nu meer dan vroeger ‘opvang’ als onderdeel van de keten. Het is geen doel op zich.
 
Ik wil graag iedereen bedanken voor het vertrouwen dat in me is gesteld en voor de goede samenwerking. Je kunt landelijk alleen goed werken als je weet dat je leden je steunen en ook begrijpen dat je niet altijd je zin krijgt. Ik heb veel geleerd en ervaren en die schat neem ik mee in deze nieuwe levensfase. Zoals uit deze bijdrage blijkt vind ik het belangrijk goed te weten op welke schouders we staan en we kunnen uitbouwen. Ik ben nu mederedacteur van de Canon Sociaal Werk en ga mijn best doen om de canon van de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang een opfrisbeurt te geven. Daarvoor zal ik bij jullie terugkomen! En ik ben natuurlijk trots dat op tijd mijn nieuwe roman is uitgekomen (www.johangortworst.com/paula) waarin ik ook mijn ervaringen bij de aanpak van huiselijk geweld en eergerelateerd geweld heb kunnen verwerken. Bij dezen aanbevolen!

Nogmaals dank en tot ziens! Het ga jullie goed.”
 
Johan Gortworst
j.gortworst@chello.nl