‘Als iemand weer meedoet, al is het maar een paar uur per week, dan verandert er iets fundamenteels’
Het gonst van activiteit op de houtwerkplaats. Er wordt gezaagd, geschuurd, geboord. Uit de keet klinkt gelach en bij de koffie worden geanimeerde gesprekken gevoerd. Hier wordt gewerkt, met hout en aan participatie, zegt manager Thijmen Gijsbertsen.
Thijmen Gijsbertsen is manager participatie bij het Leger des Heils Midden-Nederland, en heeft de leiding over het werkbedrijf aan de Zeehaenkade in Utrecht. In de dertien jaar dat hij werkt in het domein van werk en activering is hij participatie steeds meer gaan zien als synoniem voor perspectief. ‘We merkten dat dagbesteding steeds vaker losstond van waar het eigenlijk om draait: mensen weer in beweging brengen’, vertelt hij. ‘Participatie gaat niet zo zeer over arbeidsmatig aanbod, maar over mensen verleiden, motiveren, en het gevoel geven dat ze ertoe doen.’
Van je hoofd in je handen
De organisatie heeft daarom de afgelopen jaren een fundamentele koerswijziging ingezet. Participatie vormt de derde pijler, naast zorg en wonen: ‘Even belangrijk, want zonder activiteit is herstel moeilijk vol te houden. We zijn erop gericht om mensen actief te krijgen, in welke vorm dan ook. Oude verslavingsklinieken hadden ook altijd een moestuin; het helpt gewoon als je van je hoofd in je handen komt.’

Om dat concreet te maken, werkt het Leger des Heils met de zogenoemde participatieladder, die loopt van trede 1 (volledig geïsoleerd) tot trede 6 (volledig zelfstandig functioneren). ‘Onze dagelijkse focus ligt op mensen op trede 3 en 4’, zegt Gijsbertsen. ‘We zijn goed geworden in de uitstroom, maar we zien dat er te weinig aanbod is voor mensen op trede 2 – mensen die nog in isolement leven en eerst ‘verleid’ moeten worden om weer iets te doen. Daar ligt nu onze grootste uitdaging.’ Het begint klein, bij de koffie, een spelletje, samen een klusje doen. ‘Dat lijkt eenvoudig, maar dat is waar de verandering begint.’
‘Herstel ziet er voor iedereen anders uit’
Inmiddels werkt Gijsbertsen aan de transformatie van woon- en opvanglocaties naar activerende leefgemeenschappen. ‘We willen af van het idee dat zorg alleen beheersmatig is. Het gaat erom dat mensen zich onderdeel voelen van iets, dat er ritme ontstaat. Samen koffie drinken, na werktijd samen voetbal kijken, bijpraten. Ook onze medewerkers dagen we uit om hun eigen passies in te zetten. Speel je gitaar? Neem die mee naar je werk. Zo ontstaat verbinding.’

Volgens Gijsbertsen levert dat zichtbaar resultaat op. ‘Deelnemers die hier een vast ritme opbouwen, blijven vaak van de middelen af. Dat heeft effect op alle leefgebieden: hun woonsituatie, gezondheid, sociale contacten. Voor sommigen is dagbesteding de hoogst haalbare stap – en dat is dan goed. Herstel ziet er voor iedereen anders uit.’
Bedrijfsmatig, maar met een doel
De houtwerkplaats aan de Zeehaenkade lijkt op een gewoon bedrijf, en dat is bewust. ‘We hebben gekozen voor repeterend, soms saai werk,’ zegt Gijsbertsen met een lachje. ‘Juist omdat dat lijkt op de praktijk bij een werkgever. Vroeger maakten we prachtige maatwerkproducten, maar mensen wilden soms niet meer doorstromen – ze vonden het te leuk. Nu zien we: wie het na een jaar zat wordt, is klaar voor de volgende stap. Dat is het moment waarop we helpen uitstromen naar werk of vrijwilligerswerk te realiseren.’ Soms vallen deelnemers terug en beginnen ze na een paar maanden opnieuw. ‘Dat is ook de doelgroep waarvoor we er in essentie zijn.’
Slechts tien procent van de deelnemers stroomt uiteindelijk door naar betaald werk. ‘Dat lijkt weinig,’ erkent Gijsbertsen, ‘maar dat cijfer zegt niet alles. De andere negentig procent maakt wél stappen: stabilisatie, structuur, minder gebruik. Dat zijn enorme successen, al zijn ze niet altijd meetbaar in cijfers.’ Wel meetbaar: er werken hier zo’n tweehonderd mensen die níet op straat lopen maar in plaats daarvan iets nuttigs en zinvols doen.
Deelnemer Arnold: ‘Je leert hier omgaan met mensen – en met jezelf’
Arnold werkt sinds maart in de houtwerkplaats van het 50|50 Workcenter van het Leger des Heils. Hij laat glunderend foto’s zien van mooie dingen die hij hier heeft gemaakt van hout: een enorme houten tafel, slimme bankjes voor een camper, een vogelhuisje. ‘Niet zo moeilijk hoor,’ zegt hij nuchter. ‘Als je kistjes in elkaar kunt zetten, kun je ook schaakpionnen maken. We hebben goeie machines en goeie spullen.’

Vertrouwen in plaats van controle
De samenwerking met gemeenten is essentieel, maar soms ook ingewikkeld. ‘Elke gemeente heeft zijn eigen regels, tarieven en politieke kleur,’ vertelt Gijsbertsen. ‘Veel financiering is nog steeds gebaseerd op controle: urenregistratie, indicaties, bewijzen. Het systeem lijkt gebouwd op controledrang. Dat vind ik soms ingewikkeld. Met onze doelgroep is het altijd hard werken om uit te leggen wat het resultaat is; perspectief bieden is niet altijd meetbaar.’
Gelukkig ziet hij een kentering richting financiering vanuit vertrouwen. ‘In gemeenten als Hilversum en Woerden mogen we nu werken met een financiering voor vrij-toegankelijke dagbesteding: één bedrag waarmee we mensen kunnen activeren zonder onnodige bureaucratie . Dat maakt een wereld van verschil. Want als iemand vandaag gemotiveerd is, wil je hem vandaag kunnen laten beginnen – niet over zes weken, als de financiering rond is.’
De mens als vertrekpunt
De kern van zijn werk is simpel, zegt Gijsbertsen: ‘Iedereen wil ergens bij horen.’ Hij ziet het dagelijks gebeuren op de locatie. ‘Mensen krijgen hier bedrijfskleding, collega’s, een plek waar ze welkom zijn. Dat gevoel van betekenis doet iets met mensen. Werk is zoveel meer dan geld verdienen. Het is gezien worden, meedoen, nodig zijn.’

Daarom is de samenwerking met bedrijven als Dille & Kamille of Fruit op je werk ook zo waardevol. ‘We bouwen winkelinterieurs, doen onderhoud, runnen de bedrijfsvoorzieningen. Dat zijn échte opdrachten, met échte klanten. En soms ontstaan daar ook uitstroomplekken. We zoeken werkgevers met een sociaal hart – mensen die begrijpen dat iemand met een kwetsbaarheid ook een waardevolle medewerker kan zijn.’
Behalve vakkennis leren deelnemers ook sociale en arbeidsvaardigheden, zoals samenwerken met collega’s, omgaan met leidinggevenden, behoeftes aangeven, zich uitdrukken in een conflict.
Hoopvolle verandering
Ondanks bureaucratie en krappe budgetten blijft Gijsbertsen optimistisch. ‘Ik word enthousiast van de stappen die we zetten. De omslag naar activerende gemeenschappen vraagt lef – ook van gemeenten en beleidsmakers. Maar het werkt. En het is nodig, want participatie is geen luxe, het is een voorwaarde voor herstel. Als iemand weer meedoet, al is het maar een paar uur per week, dan verandert er iets fundamenteels.’
Hij kijkt even de werkplaats in, waar het zagen en boren doorgaat. ‘We zeggen vaak: je doet ertoe. Maar pas als mensen ook echt iets kunnen doen, gaan ze dat zelf geloven. Dáár begint herstel.’

Lees ook het interview met deelnemer Arnold
Arnold werkt sinds maart in de houtwerkplaats van het 50|50 Workcenter van het Leger des Heils. Hij laat de werkplaats zien.
