Arnold werkt op een houtwerkplaats: ‘Je leert hier omgaan met mensen – en met jezelf’
‘Ik heb misschien wat doms gedaan’, zegt Arnold met een scheve lach, op de houtwerkplaats. Hij heeft geen tekenfout gemaakt of iets engs gedaan met een zaagmachine gelukkig – hij heeft gesolliciteerd voor een opleiding ervaringsdeskundigheid. Met behoud van uitkering, en in het tweede jaar krijg je zelfs betaald, zegt hij trots. ‘Volgende week hoor ik of ik ben aangenomen.’ Eigenlijk goed nieuws dus, maar dan zou hij vertrekken bij de houtwerkplaats aan de Zeehaenkade, zegt hij terwijl hij een stapel houten kratjes rechtzet, ‘en dat zou ik jammer vinden.’
Arnold werkt sinds maart in de houtwerkplaats van het 50|50 Workcenter van het Leger des Heils. Hij laat glunderend foto’s zien van mooie dingen die hij hier heeft gemaakt van hout: een enorme houten tafel, slimme bankjes voor een camper, een vogelhuisje. ‘Niet zo moeilijk hoor,’ zegt hij nuchter. ‘Als je kistjes in elkaar kunt zetten, kun je ook schaakpionnen maken. We hebben goeie machines en goeie spullen.’

De werkplaats is inderdaad goed op orde. Gereedschap is opgeborgen in kasten en bakken die hier ook gemaakt zijn. De werktafels zijn verrijdbaar zodat medewerkers niet hoeven te sjouwen. Voor frees- en zaagmachines en dergelijke apparaten is een aparte veilige werkplaats afgebakend. En overal waar je kijkt ligt hout, hout en nog eens hout, te wachten om te worden veranderd in mooie dingen.
Arnold is drie dagen per week in de werkplaats, soms vijf. ‘Ligt eraan hoe druk het is. Laatst hadden we een order van vierhonderd kratjes – toen ben ik de hele week geweest.’ De sfeer is ontspannen, vertelt hij. ‘We beginnen om negen uur, tot een uur of drie. Twee koffiepauzes, maar soms blijven we wat langer zitten. Het is gewoon gezellig. Er is geen dwang. Als je bezig bent, ben je bezig.’
Van hout naar ervaringswerk
Hij begon hier omdat hij iets met techniek wilde doen, misschien bij de facilitaire dienst. Maar gaandeweg kwam Arnold in aanraking met ervaringsdeskundigheid. ‘Ik zit nu in de bezoekersraad van Stichting GOUD en in een denktank voor ervaringsdeskundigheid. Zo ben ik erin gerold. Ik zie hoe beleid vaak te theoretisch is, te ver van de praktijk. En ik vind het leuk om mijn ervaring door te geven.’

Die opleiding ervaringsdeskundigheid voelt voor hem als een logische volgende stap. ‘Ik heb hier geleerd om samen te werken met allerlei soorten mensen. Om geduld te hebben. Om niet te snel te oordelen. Dat helpt me straks ook in dát werk.’
‘Als iemand weer meedoet, al is het maar een paar uur per week, dan verandert er iets fundamenteels’
Thijmen Gijsbertsen is manager participatie bij het Leger des Heils Midden-Nederland, en heeft de leiding over het werkbedrijf aan de Zeehaenkade in Utrecht. In de dertien jaar dat hij werkt in het domein van werk en activering is hij participatie steeds meer gaan zien als synoniem voor perspectief. ‘We merkten dat dagbesteding steeds vaker losstond van waar het eigenlijk om draait: mensen weer in beweging brengen’, vertelt hij. ‘Participatie gaat niet zo zeer over arbeidsmatig aanbod, maar over mensen verleiden, motiveren, en het gevoel geven dat ze ertoe doen.’

‘We hebben mekaar geholpen met groeien’
In de werkplaats lopen collega’s van allerlei achtergronden rond. Aan de bandschuurmachine staat Max. Hij zit in een flow, ziet Arnold, en stoort hem verder niet. Terwijl Arnold in de pauzehoek – met, hoe kan het anders, houten picknickbanken – koffie inschenkt voor z’n collega’s, staat iets verderop Abdullah nog geconcentreerd te werken. Met een glimlach en oordopjes in voor muziek is hij aan de slag met een schroefboormachine. ‘Ik werk hier pas drie weken en maak kasten voor Fruit op je werk. Die kistjes komen erin’, wijst hij – die worden állemaal bij 50|50 gemaakt, een kleine 1000 per jaar.

Ook Wouter loopt rond over de werkplaats. Hij is assistent leermeester, terug van weggeweest. ‘Ik leer mensen omgaan met machines bijvoorbeeld. Ik heb adhd maar voel goed aan waar rust nodig is.’ Hij was uitgestroomd en meubelmaker geworden, vertelt hij, ‘maar na een hernia zat ik thuis.’ Je leert veel van lesgeven, zegt hij. ‘Ik heb hier ook geleerd om rustig te blijven.
Hij gebaart naar Arnold: ‘Zijn eerste klus was met de dominofrees. Grote mond, hoor,’ zegt hij lachend. ‘Ik dacht: dat wordt wat. Maar na even puzzelen deed hij het perfect. Hij leert snel. We hebben mekaar geholpen met groeien.’
Arnold knikt. ‘Iedereen heeft een andere gebruiksaanwijzing. Wouter is slim en makkelijk in de omgang. Maar niet iedereen is zo. Sommigen beginnen hier net en zijn nog niet gewend om met anderen te werken. Dan moet je niet te snel gaan. Je kunt niet van iedereen alles verwachten.’
Meer dan hout

De werkplaats lijkt op een klein bedrijf: orders, deadlines, klanten. Maar het is ook een gemeenschap. Mensen leren er samenwerken, structuur opbouwen, en weer vertrouwen krijgen in zichzelf. ‘Het is hier relaxt,’ zegt Wouter. ‘Het is geen Bruynzeel. Maar als er een grote order komt, dan staat iedereen er.’
Arnold denkt even na als hem gevraagd wordt wat hij hier het meest heeft geleerd. ‘Omgaan met mensen,’ zegt hij dan. ‘En met mezelf. Ik was niet altijd even makkelijk. Maar als je hier samenwerkt, leer je luisteren, overleggen.’
Als hij straks wordt aangenomen voor de opleiding, neemt hij afscheid van de houtwerkplaats – maar niet van wat hij hier heeft geleerd. ‘Ik heb hier de basis gelegd,’ zegt hij. ‘Of het nou hout is of mensen: je leert kijken, luisteren en iets opbouwen. Daar heb je overal wat aan.’

Interview manager werkbedrijf Zeehaenkade
Thijmen Gijsbertsen is manager participatie bij het Leger des Heils Midden-Nederland, en heeft de leiding over het werkbedrijf aan de Zeehaenkade in Utrecht. ‘Participatie gaat niet zo zeer over arbeidsmatig aanbod, maar over mensen verleiden, motiveren, en het gevoel geven dat ze ertoe doen.’
