Spring naar content

De stad van de daklozen: Ron laat ‘de zwarte kant van Utrecht’ zien

25 juli 2023

Met een feloranje petje staat hij rustig te wachten op het Ledig Erf in Utrecht, handen op de rug. Het petje is van PostNL, waar Ron werkt. Hij bezorgt de post in verschillende wijken en regelt ook van alles. Leuk werk, zegt hij, afwisselend. Zijn leidinggevende is een goeie en ziet naar hem om.

Ron was dakloos. Naast zijn werk bij de post geeft hij voorlichting en rondleidingen voor de Tussenvoorziening in Utrecht over hoe het is om dakloos te zijn. Tot eind jaren negentig woonde hij samen met zijn vriendin. Toen zij aan kanker overleed, raakte hij aan de drugs, kwam in de schulden en ging dealen. Hij raakte alles kwijt en in 1998 ook zijn huis. Ron was drie jaar dakloos, waarvan hij negen maanden echt op straat leefde. Ook zat hij verschillende periodes in detentie. Nu is hij al achttien jaar clean, en sinds 2007 heeft hij een eigen huis.

1998 is een heel leven geleden. Er waren veel minder voorzieningen voor wie dakloos was, ook de Tussenvoorziening bestond nog maar net. Onder winkelcentrum Hoog Catharijne (tegenwoordig een glanzende ‘mall’) liep een bevoorradingstunnel voor de winkels, de Stationsdwarsstraat. Dit was De Tunnel. Ron was er geregeld, ook om te slapen. ‘Soms kwamen er mensen van het Leger des Heils kijken hoe het met je ging. Of ze brachten koffie, soep en een broodje. Ik heb in die tunnel veel meegemaakt, het was echt de zwarte kant van Utrecht.’

In die tijd was de omgang met dakloosheid en verslaving heel anders, zegt Ron. ‘Het was je eigen stomme schuld, verslaafd raken was gewoon dom. Er zijn nog steeds mensen die dat denken, mensen die je als stront aankijken, maar de tendens is wel veranderd: verslaving is een ziekte waarbij je hulp verdient, en dakloos raken kan bijna iedereen gebeuren.’

Start wandeling

Toen hij dakloos was, had Ron elke dag een vaste route om wat routine te bewaren. Een deel ervan, en plekken in Utrecht die een rol speelde in zijn dakloze leven, deelt hij graag met ons. Wat Ron je laat voelen tijdens de wandeling is hoe anders je de stad beleeft als je dakloos bent. De ervaring van de stad is heel anders vanaf de straat. Mensen met een gewoon leven, op weg van huis naar hun werk, lopen dwars door je heen. Je gaat slapen in de bosjes waar mensen voorbij lopen die lekker uit eten gaan. ‘Om een beetje rust te hebben, moet je vaak een ander plekje opzoeken, een plekje dat nog niemand kent.’

Ron begint de wandeling bij de Schutterstraat. Er woonde een mevrouw die hij kende, en bij wie hij wel eens mocht slapen toen hij dakloos was. ‘Er was vaak geen plaats in de opvang dus dat was prettig.’

Hij leidt ons de heuvel op waar Manenborgh staat, een oud bolwerk en nu woning. De tuin is afgesloten met een wit hekje. ‘Daarachter heb ik veel geslapen. Het huis was toen bewoond maar ze hebben er nooit wat van gemerkt. Ik ging er ‘s avonds laat pas naartoe.’

Iets verderop, onder de poort bij het Louis Hartlooper Complex, sliep hij ook wel. Daar werd hij vaker ‘weggehaald’.

Vanbinnen kent hij het gebouw ook. Nu is het een filmhuis met horeca, maar in dit mooie pand op het Ledig Erf huisde toen nog politiebureau Tolsteeg. ‘Ik heb verschillende keren vastgezeten voor drugs dealen en diefstal en zo. Ik was verraden door jongens met wie ik in een groep zat.’ De langste periode dat hij vastzat was twee jaar. ‘Ik gebruikte drank, en ook cocaïne en heroïne. Drugs is duur. Ik ging stelen bij de supermarkt en bij rijke mensen. Ik kon altijd wel goed naar binnen sluipen en wist veel geld te vinden. Maar bij arme mensen heb ik nooit gestolen.’

Ron loopt door langs de singel en wijst op een bootje aan de overkant. ‘In dat bootje heb ik ook geslapen. Ik ben er een keer betrapt door de eigenaar. Maar als ik ‘m schoon achterliet vond hij het niet erg. Je hebt ook mensen die meteen de politie bellen.’ Verderop wijst hij naar een boot waar de eigenaar niet zo vriendelijk was, ‘dat werd bijna vechten.’

We lopen door langs de achterkant van het Centraal Museum. In de bosjes was ook een slaapplek. ‘Daar was het wel druk. Het recht van de sterkste gold hier. Ik wilde meestal liever alleen slapen. Dan zocht ik altijd een plek op die verder niemand kent. Daarom ben ik ook uit die criminele groep gestapt. Ze hielden me daarna een tijdje in de gaten, waren bang dat ik ze zou verraden. Maar dat deed ik niet. Ik wilde gewoon alleen zijn. Zo’n groep brengt meer gevaar dan bescherming. De jongens die mij hebben verraden zijn er slecht vanaf gekomen.’

Na negen maanden op straat kon Ron in de nachtopvang van het Leger des Heils terecht, en vanuit het Leger weer door naar de Tussenvoorziening.

We lopen door naar de Nieuwegracht, waar de 24-uursopvang van het Leger des Heils zit. Een centrale plek voor brood of een maaltijd, koffie of zelfs een spelletje. Prima, vond Ron, maar wel een beetje druk. ‘Ik heb er wel eens ruzie gehad met iemand die met een mes op me af kwam. Ik heb hem zo met een dienblad een knal gegeven, hij ging meteen onderuit.’ Met Ron moet je geen ruzie maken. Hij grijnst, het is lang geleden.

Oh daar heb ik ook wel eens geslapen, onderbreekt Ron zijn verhaal. ‘Op dat trapje ja. Nee, comfortabel is het niet, maar je kunt toch even je ogen dichtdoen.’

Ertegenover, aan de andere kant van de Nieuwegracht, zit het Bonifatiushuis, waar je allerlei hulp kon krijgen. Nu zitten er verschillende initatieven voor dakloosheid en armoede, zoals Stichting Omduw, in de werfkelder.

Rechts naast het Bonifatiushuis zit ‘De Steeg’, de dagopvang in de Catharijnesteeg. ‘Hier kon je wat eten en drinken. Ze hadden ook kleren en er kwamen weleens een arts en verpleegkundige. Het was altijd druk. Sinds een tijdje is het gesloten vanwege overlast; er kwamen allerlei mensen.’

We lopen even zwijgend door tot Ron op een gewone portiek wijst. Ook daar heeft hij geslapen.

Iets verderop, in de Metelerkamp, woonde een mevrouw van wie hij een maaltijd kreeg als hij geen geld had. ‘Ik kwam haar eens tegen op het station en raakte met haar aan de praat. Ze zei dat ik langs mocht komen, en dan kreeg ik van haar een bordje eten dat ik buiten opat.’

Door naar Park Lepelenburg. Een groot groen veld waar her en der mensen op kleedjes picknicken, lezen of zonnebaden. Er worden spelletjes gespeeld en gevoetbald; een vrolijk tafereel. Rond de eeuwwisseling sliep Ron er. ‘Destijds stonden er andere ligstoelen, maar ook zoiets. Daar kon je prima in slapen, of in de muziektent.’

Bij tijd en wijle kon Ron best genieten van de mooie stad, maar hij heeft ook ‘behoorlijk boos rondgelopen’. ‘Ik had echt drugs en alcohol nodig om me wat beter te voelen.’

Na de Herenbrug, als Lepelenburg weer Zocherpark heet, staan om de twintig meter bankjes. Ze zijn druk bezet. ‘Hier wordt heel veel gebruikt op sommige delen van de dag. Vlakbij zit een opvang waar je mag gebruiken, maar alleen in je eentje op je kamer. En gebruiken doe je het liefst met meerdere mensen, en dus komen ze hiernaartoe.’

Het grindpaadje met bankjes eindigt bij de Lucasbrug. Op het trapje naast de Lucasbrug wordt vooral alcohol gedronken, weet Ron. ‘Alcohol is het goedkoopste en makkelijk verkrijgbaar.’

Aan de andere kant van de busbaan staat de Stadsschouwburg. Daar zit een klein parkje bij met daarin een grote bakstenen bank in een halve cirkel. ‘Daar wordt altijd veel drugs gebruikt.’ Er zit een man of tien, en ook een paar vrouwen. ‘De meeste vrouwen op straat komen in de prostitutie. Sowieso hebben ze altijd een beschermer bij zich. Een soort partner maar soms een pooier.’

We lopen het grindpaadje af tot de volgende brug. Hier eindigen we de wandeling, we gaan allemaal naar huis. Ron heeft sinds 2007 een eigen huis in de Watervogelbuurt in Utrecht, een fijne buurt waar de mensen naar elkaar omkijken.

Zou je ook eens met Ron of een andere gids een wandeling door Utrecht willen maken, om meer te leren over het leven op straat? Dat kan met Imago van de Tussenvoorziening. Lees hier meer.

Valente werkt mee aan de uitvoering van het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Voor 2030 maken we een einde aan grootschalige dakloosheid. Hiervoor zetten we in op voorkomen van dakloosheid, zo snel mogelijk huisvesting en begeleiding, en – in uiterste gevallen – noodopvang van goede kwaliteit. Met verhalen van mensen met ervaring laten we zien waarom dit nodig is. Meer weten over hoe dakloosheid ontstaat en hoe je eruit komt? Bekijk de cliëntreis en luister de podcast.

Contact hierover?

Kim van de Wetering

communicatieadviseur

kim.vandewetering@valente.nl

06 46130039

Meer informatieover Kim van de Wetering

Ineke Baas

senior beleidsadviseur

ineke.baas@valente.nl

06 20756860

Thema’s

maatschappelijke opvang, wonen

Meer informatieover Ineke Baas