Spring naar content

Woonplaatsbeginsel beschermd wonen: nieuwe horde voor hulp?

16 februari 2023

In januari 2023 heeft de staatssecretaris van VWS het wetsvoorstel Woonplaatsbeginsel beschermd wonen ingediend bij de Tweede Kamer. Het is de bedoeling dat de behandeling daarvan snel van start gaat. Het wetsvoorstel moet op 1 januari 2024 van kracht worden, dat is de planning.

Woonplaatsbeginsel gaat grote problemen veroorzaken

Visual woonplaatsbeginsel en verdeelmodel – klik hier voor grote versie in pdf

Op dit moment kan iemand die beschermd wonen nodig heeft vanwege ggz-problematiek, zich tot elke gemeente wenden. Stel dat iemand de laatste jaren afwisselend in ggz-instellingen en verslavingsklinieken heeft verbleven, dan is het de vraag hoe je een veilige woonplek vindt om aan zelfstandigheid te werken. Waar vind je een plek waar bijvoorbeeld alcohol- en middelengebruik níet zijn toegestaan zodat je na behandeling in een verslavingskliniek, niet meteen terugvalt in de verslaving. Of zoek je juist een plek waar alcoholgebruik wél is toegestaan zodat je niet meteen je plek kwijt raakt als je alcohol gebruikt?

De praktijk van een woonplaatsbeginsel

Dat een woonplaatsbeginsel wordt ingevoerd, betekent dat bij een aanvraag voor beschermd wonen eerst gezocht moet worden naar de gemeente die het gaat betalen. Dit is vergelijkbaar met het woonplaatsbeginsel in de jeugdzorg. Stel nu dat Johan (35, twintig jaar verslaafd) op zoek gaat naar een veilige woonplek waar hij beschermd wordt tegen alcoholgebruik. Johan heeft de afgelopen jaren afwisselend onderdak gekregen bij vrienden. Hij verbleef ook periodes in ziekenhuizen en behandelinstellingen. Toen hij 20 was werkte hij een jaar op een camping in Spanje. Door allerlei omstandigheden belandde hij ook een poos in detentie daar. Inmiddels is hij succesvol behandeld en wil hij werken aan een zelfstandig bestaan op termijn. Bij welke gemeente moet hij nu aankloppen? De gemeente waar hij nu is? Of waar hij het laatste stond ingeschreven? Of waar hij het langst gewoond heeft in Nederland? Of de gemeente met een beschermde woonvorm waar alcoholgebruik verboden is? Wat als gemeenten het onder elkaar niet eens worden over wie het moet betalen? En wie helpt Johan eigenlijk bij deze hele aanvraagprocedure en onderhandelingen? Hoe lang gaat dit allemaal duren en vindt Johan op tijd voor zijn ontslag uit de verslavingskliniek een plek in beschermd wonen?

En al die tijd is niemand bezig met de vraag aan Johan welke zorg en ondersteuning hij nodig heeft.

Lessen uit de jeugdzorg

In de jeugdzorg is in 2015 het woonplaatsbeginsel ingevoerd. Omdat dit in de praktijk niet uitvoerbaar bleek te zijn, is per 2022 een nieuwe versie ingevoerd. Aanbieders van jeugdzorg geven aan dat ook dit vernieuwde woonplaatsbeginsel steeds tot grote problemen leidt. Bij nieuwe aanmeldingen is het lastig vast te stellen welke gemeente verantwoordelijk is voor de zorg aan het kind. Gemeenten verwijzen naar elkaar en hebben onderling geschillen over de financiële verantwoordelijkheid. In een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer bleek dat medewerkers van de jeugdbescherming voor hun pupillen moeten uitzoeken welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de pupil. Zij besteden hun tijd vooral aan administratie in plaats van aan hulp voor het gezin en het kind.

Einde 2022 hebben de gemeenten besloten een aparte geschillencommissie op te richten voor het woonplaatsbeginsel jeugdwet, in april 2023 moet die ingesteld zijn. Het is goed dat die geschillencommissie er komt gezien de klachten uit de praktijk. Die geschillen zullen er zeker ook komen na de invoering van een woonplaatsbeginsel voor ggz-cliënten die een beschermd wonen plek nodig hebben.

Valente wil het woonplaatsbeginsel niet: iedereen moet overal toegang hebben tot zorg.

Achterliggend motief voor woonplaatsbeginsel: objectief verdeelmodel

Al voor de decentralisatie van beschermd wonen voor mensen met psychische aandoeningen naar de gemeenten, was duidelijk dat het historische budget daarvoor na verloop van tijd plaats zou moeten maken voor een objectief verdeeld budget. Daarbij is steeds de redenering gevolgd dat een objectief budget alleen kan worden ingevoerd als elke gemeente een aandeel in dat budget krijgt. Omdat gemeenten zonder een financiële prikkel niets gaan doen voor burgers die beschermd wonen nodig hebben. Het woonplaatsbeginsel is bedoeld om die financiële prikkel te geven aan gemeenten.

Deze redenering gaat voorbij aan de huidige praktijk waarin gemeenten rond een centrumgemeente stabiel en oplossingsgericht samenwerken aan beschermd wonen. Gemeenten maken daarnaast ook ambulante hulp mogelijk, zoals begeleiding aan huis en inloopcentra of zelfregiecentra. Gemeenten werken samen in een regio omdat het aantal cliënten in beschermd wonen beperkt is en schaalgrootte daardoor noodzakelijk.

Wel verdeelmodel, geen versnippering

De redenering gaat ook voorbij aan het feit dat het niet nodig is om voor een objectief verdeelmodel het budget over alle 342 gemeenten te verdelen. Sinds 2010 is zowel voor de maatschappelijke opvang als voor de vrouwenopvang, een objectief verdeelmodel regionaal ingevoerd. De centrumgemeente fungeert als budgethouder die samen met de regiogemeenten beleid ontwikkelt en uitvoert. Dat is ook nodig gezien het feit dat opvangcliënten uitstromen binnen de hele regio. En ook gezien het feit dat de hele regio beleid moet uitvoeren om instroom in de opvang te voorkomen.

Valente is akkoord met een objectief verdeelmodel, maar niet met versnippering. De centrumgemeente heeft ambtelijk meer capaciteit en expertise waardoor regiogemeenten minder belast worden. Tot nu toe geldt de regionale uitvoering ook voor beschermd wonen. Alleen moet de objectieve verdeling nog ingevoerd worden. Het is niet uitlegbaar waarom voor de invoering van een objectief verdeelmodel beschermd wonen wél een woonplaatsbeginsel nodig is en voor opvang niet.

Een objectief verdeelmodel kan, maar alleen als:
• We zeker weten dat gemeenten genoeg geld hebben om BW te kunnen betalen, en dat ook gaan doen.
• Het verdeelmodel moet zorgvuldig worden ingevoerd: eerst opbouwen, dan afbouwen.
• Regionale samenwerking om genoeg BW-plaatsen overeind te houden is cruciaal: moet wettelijk verplicht worden.

Geen nieuwe hordes

Het moge duidelijk zijn dat we geen voorstander zijn van het invoeren van een wet die leidt tot grote hobbels in de toegang tot beschermd wonen voor kwetsbare mensen. Een wet die vooral zal leiden tot het afschuiven van mensen, geschillen over geld tussen gemeenten en een explosie van administratieve en andere uitvoeringslasten.

Contact hierover?

Rina Beers

senior beleidsadviseur

rina.beers@valente.nl

06 13846484

Thema’s

dakloosheid, wonen, wetgeving, toegang

Meer informatieover Rina Beers