‘Zorg in de wijk, vrijheid voorop’ – lessen uit Triëst
Van 17 t/m 20 juni reisde collega Ineke Baas met een diverse groep partners af naar Triëst voor een werkbezoek aan het Italiaanse geestelijke gezondheidszorgsysteem – en in het bijzonder de erfenis van psychiater Franco Basaglia. ‘Wat ik daar zag en hoorde, raakte me. Niet alleen professioneel, maar ook persoonlijk. Want wat betekent het eigenlijk, als je zorg organiseert met vrijheid als uitgangspunt?’
In de jaren ’70 begon Basaglia met iets revolutionairs: hij opende de gesloten afdelingen van het psychiatrisch ziekenhuis in Triëst. Patiënten kregen hun burgerrechten terug. Geen paspoorten meer afgenomen, geen dwangzorg meer als standaard. In plaats daarvan ontstonden kleinschalige, open voorzieningen in de wijk – dichtbij de mensen zelf.

Zijn gedachte: mensen met psychische kwetsbaarheid horen niet opgesloten, maar juist ondersteund in de samenleving. Basaglia zag wonen, werk en relaties als basisrechten. En die visie leeft nog steeds voort in Triëst.
Zorg in de wijk: sociaal, klein en menselijk
We bezochten o.a. Community Mental Health Centres, kleinschalige opvangprojecten, en micro-areas in de wijk. In deze ‘micro-gebieden’ (500–2000 inwoners) wordt met bewoners, familie, professionals én buren gewerkt aan welzijn en herstel. De vraag is niet: “Wat mankeert je?”, maar: “Wat heb jij, hier en nu, nodig?”

Een ogenschijnlijk simpele hulpvraag – bijvoorbeeld om sigaretten – kan zo het begin zijn van diepgaand contact en passende ondersteuning. Alles draait om nabijheid en vertrouwen.
Huisvesting als mensenrecht
Wat me raakte: de enorme inzet om mensen een plek te geven in de stad. Letterlijk – via gehuurde appartementen, begeleid zelfstandig wonen en wooncoöperaties – maar ook figuurlijk: als burger. In Triëst is wonen geen ‘voorziening’, maar een startpunt voor herstel.
Cliënten hebben vaak een individueel health budget dat gebruikt kan worden voor begeleiding, activiteiten of werkervaring. Er zijn sociale coöperaties waar ze kunnen werken, leren en bijdragen. De zorginstellingen zijn niet alleen zorgverlener, maar ook werkgever, verhuurder en verbinder.
“Stay in touch”
Een terugkerende boodschap: blijf in contact. Niet alleen als hulpverlener, maar als netwerk, als gemeenschap. De psychiatrie is 24/7 bereikbaar. De relatie met de cliënt staat centraal, juist ook bij crisis. Gedwongen opnames komen weinig voor, en duren zelden langer dan een week.
De professionals zijn trots, maar ook realistisch. Er is personeelstekort. Niet alles werkt perfect. Peer-support is nog beperkt ingebed. En toch: de menselijke maat blijft leidend.
Wat neem ik mee?
De grootste les uit Triëst is misschien wel deze: organiseer rondom de mens, niet rondom het systeem. Dat vraagt om samenwerking, flexibiliteit én durf. Durf om het anders te doen. Om de deur open te zetten, ook als je niet weet wat erachter zit.

Ik kom terug met inspiratie – maar ook met vragen. Wat kunnen wij doen om onze eigen systemen menselijker te maken? Hoe zorgen we dat zorg niet het einde is van iemands mogelijkheden, maar juist een nieuw begin?’