Spring naar content

Ageeth kwam bij Perspektief: ‘Ik wil graag weer leven’

17 december 2019

Elke maand laten we iets zien van wat de vereniging en haar leden doen. Deze maand: het verhaal van Ageeth, cliënt bij Perspektief in Delft.

‘Ik was zestien jaar oud toen ik in het huwelijksbootje stapte en ben uiteindelijk zevenentwintig jaar gelukkig getrouwd geweest. We hadden een goedlopend bedrijf in de kassenbeglazing en een prachtig gezin met vier kinderen. Als je me een kleine tien jaar geleden had gezegd dat ik nu in een klein kamertje zou leven en dakloos zou zijn, had ik je waarschijnlijk hard uitgelachen. Maar het is waar, ik ging van alles erop en eraan, naar helemaal niets. Mijn man kreeg een ernstig ongeluk in het buitenland, en vanaf dat moment, sloeg mijn leven compleet om.

Ik moest halsoverkop mijn kinderen achterlaten bij mijn beste vriendin. Vervolgens heb ik vier weken in het buitenblad gezeten om mijn man te ondersteunen. Dat ongeluk heeft er zo ingehakt, dat het ook invloed had op ons huwelijk. Na een lange revalidatieperiode, kwamen we er al gauw achter dat we de zaak niet draaiende konden houden. De schulden werden groter, hoe hard ik ook werkte.

Op een dag stelde mijn man voor om op papier te scheiden. Hij zei: “Dan neem jij de schulden en ik de rest, want wij gaan toch nooit meer uit elkaar.” Ik ben er met open ogen ingestonken, al zag ik dat op het moment zelf niet.

Door alles wat er speelde ben ik steeds meer gaan drinken. Ik wilde ontsnappen, even niets meer voelen. Het sloop erin, tot het zo erg was dat ik uit mijn werk kwam, ging drinken en om tien uur ’s avonds laveloos op de grond lag. Toen moest de echte ellende nog beginnen.

Oorlog

Uiteindelijk zijn we op papier gescheiden. We leefden nog wel samen als man en vrouw, maar we waren ook uit elkaar gegroeid. Toen kwam ik er ook nog eens achter dat mijn man een relatie had met mijn beste vriendin. Toen ik hem daarmee confronteerde, zei hij: “Ja, ik ben verliefd op iemand anders, jij kunt gaan.” En dat was dat.

Tekst loopt door onder afbeelding

Ik ben enorm veel gaan drinken en zat via de huisarts aan de oxazepam, omdat het niet goed ging. Ik was er wel, maar ook weer niet. In het begin dat we uit elkaar waren, was het oorlog. En was ik in de ogen van mijn kinderen de dronkaard. Ze hebben vreselijk aan mij getwijfeld als mens en moeder. Dat doet pijn, maar ik snap het wel.

Ik kreeg zoveel op me af dat ik een poging tot zelfmoord heb gedaan. Doordat ik mijn oudste zoon heb gebeld waren ze op tijd om mijn maag leeg te pompen. Van daaruit ben ik in de crisisopvang terecht gekomen, heb ik in een afkickkliniek gezeten en toen ik daar weer weg moest heb ik overal en nergens gewoond. Ik leefde letterlijk vanuit mijn koffer. Uiteindelijk ben ik in opvang bij Perspektief Delft terecht gekomen.

De eerste week in de opvang heb ik alleen maar zitten huilen. Uiteindelijk ben ik papier gaan prikken als dagbesteding. En toen kwam het allemaal binnen. Dan loop je daar als moeder van vier, buiten papiertjes te prikken. Ik vond dat zo bizar. Ik een Nederlandse vrouw, altijd gewerkt, altijd alles volgens de regels en ik had niets meer. Toen pas zag ik hoe onterecht het systeem in Nederland werkt, ik had dat nooit verwacht. Ik heb daar echt een knauw van gekregen.

Toen kwam ik op het punt dat ikzelf besefte: dit kan niet meer zo, ik wil meer voor mezelf en mijn kinderen. Op dat moment kwam ik in aanraking met het vrijwilligerswerk dat ik nu nog steeds doe en kreeg ik werk in de schoonmaak op een fantastische locatie waar mensen met een beperking begeleid wonen. Heel langzaam kroop ik weer omhoog, ik kreeg energie van dat werk en van die mensen. Ik ervoer weer dat ook ik wat te bieden heb.

Tweede kans

Vanuit de opvang kwam ik in het Woonhotel Westland terecht. De eerste periode daar, heb ik me echt doorheen moeten worstelen. Je zit met allemaal verschillende mensen, ieder met hun eigen achtergrond en dus ook problemen. Dan gebeurt er weleens wat. En dan ben ik ook nog eens één van de weinige vrouwen, en dan kan je je wel alleen voelen. Daardoor ben ik veranderd, ik ben harder geworden en minder van vertrouwen.

Uiteindelijk heeft dit verhaal me ook wat gebracht. Ik ben veel sterker geworden. Ik heb een carrièreswitch gemaakt die ik niet voor mezelf had kunnen bedenken. Het werken voor en met mensen met een beperking geeft me zoveel voldoening. Ik wil dat altijd blijven doen en hoop dat ik hier een vaste baan in kan vinden, als ik uit de schuldsanering ben. Die mensen zijn zo blij met de kleinste dingen. Door wat ik heb meegemaakt, ben ik die kleine dingen zoveel meer gaan waarderen. Van een boodschappenbriefje maken tot helpen met aankleden, van de wc schoonmaken tot even een praatje maken. Ik geniet ervan en ik heb het vreselijk naar m’n zin. Als ik een dagje niet ben geweest, ben ik er echt ziek van.

Ik heb een goed leven gehad en die tijd met m’n ex zou ik zo overdoen, daar teken ik voor. Maar dat is er niet meer, dus ik heb op een gegeven moment gewoon een knop omgezet. Ik moest gewoon een ander pad inslaan. Ik kon jankend met een pot bier in een hoekje van de kamer gaan zitten, of die tweede kans pakken. Die tweede kans heb ik echt gekregen bij Perspektief, en die heb ik met beide handen aangepakt. Ik blijf Perspektief daar ook altijd in ondersteunen. Ik had helemaal niks meer en mede door hen ben ik er weer bovenop gekomen.

Dromen

Ik ben hier echt weer bij nul begonnen, zowel financieel als sociaal. Tuurlijk zit ik nog weleens is zak en as, maar als ik dan naar m’n kleinzoon kijk en denk aan m’n kleindochter die onderweg is, dan zeg ik tegen mezelf: “Kom op, doorgaan.” Ik heb mijn leven weer opgepakt en dat doet de kinderen zo goed. Ze zijn zo wantrouwend naar mij geweest en terecht. Maar ze zien ook dat ik weer goed ga en dat ik doorzet. Ik pas op m’n kleinzoon en straks ook op m’n kleindochter. Dat zegt voor mij genoeg.

Ik denk dat ik degene ben van het gezin die de hardste douw heeft gekregen. Dat hoop ik in ieder geval, de kinderen gaan voor nu lekker. Ik kan echt genieten van de band die ik met ze heb, en ik kijk uit naar de toekomst. Ik droom van een eigen huisje, waar de kinderen gewoon kunnen blijven slapen en ik weer moeder kan zijn. Natuurlijk in de buurt van Delft, zodat ik m’n werk kan blijven doen. En wie weet ooit misschien nog wel een leuke vriend. Ik merk nu dat ik nog vaak aan het overleven ben, en ik wil graag weer leven. Daar verlang ik naar. Ik blijf vooral doorgaan, knokken voor m’n plek. Een ander doet het niet voor je.’

Dit interview verscheen eerder bij Perspektief.

Ook in de artikelserie Leden in beeld:
Het Open Huis in Haarlem: ‘Hier ben ik voor het eerst weer mens geworden’
Jules van Dam: ‘We moeten radicaal voor Housing First kiezen’
Wooncirkels: wonen in de wijk, met altijd zorg dichtbij
Veerkracht in de opvang: ‘Kinderen hebben het recht hun stem te laten horen’
Ageeth kwam bij Perspektief: ‘Ik wil graag weer leven’
De nachtopvang bij Kwintes: Niemand hoort op straat te slapen
Artie van Tuijn over herstel: ‘De gedachte “ik wil die troep niet meer” begrijp ik al te best’
Werken in de forensische zorg: ‘Kleine jongetjes met een hele grote mond’