Spring naar content

Markus bouwt zijn leven weer op in een woon-werkgemeenschap van Emmaüs

18 januari 2024

Dit interview is vindbaar op internet, en daar is Markus (47) blij mee, ook al staan er best heftige dingen over hem in. Misschien lezen zijn kinderen het, en zien ze dat het goed met hem gaat. Zelf heeft hij hen al tien jaar niet gezien.

Emmaüs-bewoners aan de lunchtafel. Tweede van links is Markus.

We zitten in de woonkamer. Aan de lange tafel eten de bewoners drie keer per dag een maaltijd, in de voorkamer kijken de bewoners van woon-werkgemeenschap Emmaüs Haarzuilens vooral televisie. ‘Het journaal om acht uur met een bakkie thee’, zegt Markus. Een van de oudere bewoners maakt meestal de dienst uit met de afstandsbediening. Bij mooi weer zitten ze op het terras met uitzicht op de bosrijke omgeving. Zelf is hij er nu vijf en een half jaar.

‘Ik ben hier gekomen met een hele grote rugzak met allemaal minnetjes. Ik had 100.000 euro schulden, door de verkoop van mijn woning. Dat moest omdat we gingen scheiden, en dat kwam weer doordat ik aan de drugs was. Mijn familie wilde me niet meer zien.’ Na de scheiding in 2011 probeerde hij ‘springend en struikelend’ door het leven te komen. Z’n baas maakte een groot deel van zijn salaris rechtstreeks over aan schuldeisers. ‘Dan is het niet meer mogelijk om een huurwoninkje van 875,- te betalen. Ik heb het een paar maanden volgehouden en toen kon ik niet meer.’ Hij verloor zijn huis en zes jaar lang woonde hij overal en nergens. ‘Ik bleef bij vrienden, vriendinnen, sliep in mijn auto. Ik was zeg maar geëmigreerd in Nederland, onvindbaar.’

Naar beste kunnen

Markus sorteert ingebrachte spullen

Pas in 2018 wist hij de weg naar de opvang te vinden en kwam al vrij snel bij Emmaüs Haarzuilens, een woon-werkgemeenschap met kringloopbedrijf, die sinds 1966 onderdak biedt aan mensen en hen de kans biedt hun leven weer op de rails te krijgen. Toen Markus daar eenmaal een woonplek had en een beetje regelmaat, kon hij aan de slag met zijn schulden en zijn verslavingsprobleem. ‘Ik moest mezelf helemaal opnieuw uitvinden. Toen ik stopte met gebruiken kreeg ik nachtmerries. Alles wat ik in die jaren had opgepot, moest eruit. Als je dat niet goed doet, sta je ineens tegen je medebewoners te schreeuwen en ik realiseerde me: er zit meer achter. Ik moet de reden dat ik destijds ging drinken en gebruiken gaan aanpakken.’

Er kwamen trauma’s aan het licht. ‘Ik kreeg als klein ventje klappen van mijn vader als ik het maar een beetje niet goed deed. Daardoor was ik altijd op mijn hoede. Mijn moeder heb ik nooit gekend. Ik ben misbruikt, werd verwaarloosd en op mijn zesde, gelukkig, besloot mijn vader dat hij het niet aankon.’ Markus werd uit het netwerk van zijn vader informeel geadopteerd, later zochten zijn adoptieouders hulp bij het Riagg. Hij kon niet goed lopen en kreeg daar therapie voor. ‘Mijn pleegouders hebben zich absoluut voor mij ingezet, naar beste kunnen. Maar ze hebben veel met me meegemaakt. Ik liep als kind veel weg, zat een tijd in internaten en had geen contact met ze. Op m’n 20e of zo raakte ik verslaafd aan drank en drugs, ik heb een zelfmoordpoging gedaan; dat alles aan duigen viel hebben ze ook meegemaakt.’

Zijn drie kinderen (20, 15 en 13) worden opgevoed door hun moeder, met Markus’ adoptieouders en een boel familie eromheen. ‘Ik heb er vroeger voor gezorgd dat de familie heel hecht werd, allen heb ik mezelf uit het verhaal geschreven. Mijn adoptieouders zijn nu boven de zeventig. Ze zeggen: als we jou weer in ons midden laten en je glijdt weer uit, dat kunnen we niet aan. En dat begrijp ik. Maar ik mis mijn kinderen heel, heel erg, elk moment van de dag zou ik erheen willen.’ Hij is even stil. ‘In de vroege jeugd worden je hersenen gelijnd, er ontstaan circuits. Je slaat goede en slechte dingen op. Het gevaar is dat je het slechte wat je hebt meegemaakt overbrengt op je kinderen. Dat heb ik ten dele gedaan maar ik heb, hoop ik, ook goed gedaan. Ze worden veilig opgevoed. Ik hoop dat ik een klein beetje de cirkel van herhaling doorbroken heb.’

Omzien naar elkaar

De vele inbreng kleding, boeken en goederen wordt gesorteerd. Een deel gaat de winkels in, de rest wordt op een goede manier afgevoerd.

Wie bij Emmaüs komt, maakt een ontwikkelplan waarin bijvoorbeeld schuldhulp en therapie staan maar ook dingen als sporten, socialiseren, een taal leren. De kosten daarvoor en nodige begeleiding regelt Emmaüs. Ook kost, inwoning en wat zakgeld zijn inbegrepen, evenals een uitstroompremie wanneer je klaar bent voor de volgende stap.

Het motto van Emmaüs is ‘Samen wonen, samen werken, samen delen’. De gemeenschap houdt zichzelf draaiende van de opbrengst van het kringloopbedrijf en het overschot gaat naar goede doelen die ook zelfdragend zijn. Iedereen heeft zijn eigen taak, bijvoorbeeld in huis, op de wagens, bij het sorteren van de spullen of kleding. ‘We doen het echt met z’n allen. Iedereen heeft zijn eigen problematiek, en zoekt zijn eigen manier. Ik denk ook dat het zo bedoeld is, dat mensen zo horen te leven. Als er eentje uitvalt, dat ‘ie wordt opgevangen en niet zoals ik tien jaar geleden naar beneden kukelt, de straat op. Ook in families. Het zou makkelijker moeten zijn om opvang, mantelzorg en ouderenzorg samen te regelen.’ En dat niet alleen: ‘Je kunt elkaar in een gemeenschap ook aanspreken, op slecht gedrag of om een helpende hand te bieden. We moeten meer naar elkaar omzien als gemeenschap. Dat is een kleine aanklacht naar de politiek van de afgelopen jaren ja, schrijf maar op.’

Markus en een medebewoner aan het werk met kringloopgoederen

Markus heeft zijn schulden onlangs helemaal afbetaald, en EMDR-therapie hielp hem van de zware ptss-gerelateerde klachten af die stamden uit zijn vroege jeugd. ‘Magisch’, noemt hij die EMDR. ‘Toen ik bij Emmaüs kwam schrok ik mensen hier af; “sjees wat een energie die gozer”, dachten ze. Soms nog steeds wel, maar ik ben een stuk rustiger.’ Hij is niet meer zo op zijn hoede en bovendien kan hij zijn energie hier gerichter inzetten. ‘Ik werk graag en hard, hou van sjouwen. Ik ga vroeg naar bed en sta ’s ochtends meteen aan: wat gaan we doen?’

Juichen

Naast zijn werk heeft Markus ook kort geleden de mbo-2-opleiding facilitaire dienstverlening afgerond. Aan de Voiz-academie, een initiatief van de Tussenvoorziening voor mensen die levensontwrichtende omstandigheden hebben meegemaakt. ‘Na al die drugs en drank wist ik niet of ik goed kon leren, maar ik ben cum laude geslaagd. De vlag hier ging uit, m’n vrienden waren trots, er was een artikel in de Volkskrant – maar degenen van wie ik écht wilde dat ze zouden juichen, dat waren m’n kinderen.’ Hij veegt even langs zijn ogen. ‘Daardoor had ik wel even een dip na het afstuderen. Als ik ze nou nog niet kan zien, waarom doe ik het dan? Maar ik besefte dat ik het óók voor mezelf doe.’

Wie bij Emmaüs werkt leert ook hoe hij spullen moet taxeren, zoals dit mooie handgeschilderde Delfts Blauwe kopje.

Hij voerde gesprekken over wat hij verder wilde en begon bij de bakker. Helaas trok hij de nachtdiensten niet. ‘Vroeger deed ik ook nachtdiensten, in de haven. Dat deed rare dingen met mijn hoofd; toen begon ik met drugs om het vol te houden.’ Daarom stopte hij al snel bij de bakker. ‘Dat voelde eerst als falen maar ik zie nu ook: goed dat ik genoeg zelfinzicht heb gekregen om mijn grenzen te kunnen aangeven.’

En als ervaringsdeskundige aan de slag, vragen veel mensen? Dat wil Markus niet, om twee redenen. ‘Je moet er echt staan om anderen te kunnen helpen en objectief zijn. Zo ver ben ik nog niet; ik mis mijn kinderen te erg en heb last van nachtmerries en herbelevingen. Daarnaast: ik ben gastheer, geen hulpverlener. Je moet je ervaring en kennis inzetten op een manier die bij je past, denk ik. Voor mij past het veel beter om voor mensen te zorgen als facilitair medewerker, schoonmaker, beveiliger, zoiets.’

Uitgestoken hand

Markus op zijn kamer

Langzamerhand begint Markus te denken aan zelfstandigheid, hij is al aan het solliciteren en daarna hoopt hij ergens in Utrecht een kamer te huren. ‘Schoorvoetend want zo’n comfortabele en fijne plek als deze heeft wel een beetje een gouden kooi effect. Comfort is de killer voor groei.’ En het is natuurlijk ook gewoon een spannende stap. ‘Er is vroeger heel vaak tegen me gezegd: het wordt niks met jou joh. Ik probeer nu uit de ellende te klimmen en te bewijzen: het wordt wél wat met mij. Dat gaat me aardig af. Elke ochtend als ik wakker word heb ik er zin in.’

Sinds een paar jaar heeft Markus Facebook en Instagram. Hij zet zijn pagina’s helemaal vol met foto’s en verhalen. ‘Allemaal manieren om mijn hand uit te steken naar mijn kinderen.’ Als ze ooit weer contact met hem willen, dan staat hij er.

Contact hierover?

Kim van de Wetering

communicatieadviseur

kim.vandewetering@valente.nl

06 46130039

Meer informatieover Kim van de Wetering

Ineke Baas

senior beleidsadviseur

ineke.baas@valente.nl

06 20756860

Thema’s

maatschappelijke opvang, wonen

Meer informatieover Ineke Baas