Spring naar content

Waar ben ik THUIS? | Rina Beers: ‘Ik hoef niet meer zo superbeleefd te zijn’

01 september 2025

Ruim veertig jaar hield Rina Beers zich bezig met huisvesting, tot haar pensioen eind 2024. Ze wil graag meewerken aan dit fotoproject, waarin deelnemers zelf foto’s maken en reflecteren op wat thuis voor hen betekent. Wat betekent thuis als je dakloos bent? Hoe verandert thuis als je leven verandert – bijvoorbeeld als je met pensioen gaat en meer thuis bent? Af en toe slaat een ouderwetse klok in de gang en vliegt een vliegtuig over van het nabijgelegen Schiphol, terwijl Rina vertelt over roeptoeters, beukenbomen en een blokkenwagen: thuis.

Dit ben ik (een portret van mij zónder gezicht; bijv. een voorwerp of symbool)

Een portret zonder gezicht, is de eerste foto-opdracht van het project; iets wat symbool staat voor wie ze is. ‘Dat is natuurlijk deze’, zegt Rina terwijl ze de Roeptoeter Award laat zien die ze kreeg bij haar afscheid van Valente. De megafoon op marmeren sokkel heeft een ereplekje gekregen in de woonkeuken.

‘Het kleinkind is er helemaal dol op, ook al mag hij er niet mee spelen. Voor hem is het een leuke toeter,’ zegt ze lachend, ‘maar het symboliseert ook echt een deel van wie ik ben. De wereld zit heus niet te wachten op mijn mening bij alles. Maar als ik iets lees wat me raakt, onrecht, wil ik dat het aandacht krijgt. Dat iemand er iets mee doet.’

Rina stond tijdens haar carrière al bekend om het roeptoeteren, maar sinds haar pensioen ervaart ze er meer ruimte voor. ‘Ik hoef niet meer zo superbeleefd te zijn, niet steeds rekening te houden met allerlei belangen. Het is fijner om dat niet meer te hoeven doen.’ En als ze dan toch even mag: ‘Ik denk dat bejegening van cliënten nog steeds een punt van aandacht is, ook bij Valente-leden. En de echte sociaal-juridische bescherming die mensen nodig hebben om het systeem te lijf te gaan, dat is bij heel veel organisaties een ondergeschoven kindje.’

Thuis, dat is een stoel

Dit is waar ik aan denk bij ’thuis’

In een hoek van de woonkeuken bij het raam staat een oude stoel. ‘Die gaat al mee sinds onze studententijd. Hij is al eens opnieuw gestoffeerd en de kussens moeten al tijden vervangen worden. Maar het is míjn plek.’ Haar dag begint daar, met krant, koffie, iPad en uitzicht op de tuin. ’s Zomers staat de deur open. ‘Het is een plek waar je even alleen kunt zijn, zonder afgesloten te zijn. Ik zit daar, en dan ben ik thuis. Verder is thuis gewoon het gezin dat hier opgegroeid is.’

Samen met haar man woont Rina al 25 jaar in dit huis. De kinderen zijn er opgegroeid, hun pleegdochter heeft er drie jaar gewoond. ‘Iedereen komt geregeld aanwaaien, alle kinderen en schoonkinderen hebben een sleutel. Dan zit ik hier even te lezen, hoor de voordeur opengaan: wie zou het zijn? Auto lenen? Gewoon even buurten?’ Twee van de kinderen hebben afgelopen maanden weer even thuis gewoond vanwege verhuizing of verbouwing.

Tijd en ruimte

Rina in haar stoel, thuis

De familie in de buurt, zee op fietsafstand, een fijn huis met zonlicht door glas in loodramen – nu ze met pensioen is, is Rina natuurlijk veel meer thuis om ervan te genieten. Maar dat het rustig zou worden had waarschijnlijk niemand verwacht. Ze zit in het bestuur van Walk of Life, een project dat in meerdere steden levensverhalen optekent van (voornamelijk) dakloze mensen met geen of weinig netwerk. Ze houdt Den Haag in de gaten voor de Nederlandse Straatdokters Groep – een beetje vergelijkbaar met haar werk als beleidsadviseur. En ze is nog steeds de trouwste volger van Valente op LinkedIn.

Een andere levensfase wil ze het dus niet noemen en het huis voelt ook niet anders. ‘Het is meer dat je denkt: die bekraste stoel, dat verrampeneerde tapijt, we hebben nu tijd om dat eens aan te pakken. Maar we maken vooral veel meer tijd voor een weekendje fietsen of vrienden van vroeger opzoeken. We houden van koken, ’s zomers nodigen we mensen uit voor een barbecue. En het huis is groot genoeg, voor logees, familie, voor gewoon even blijven slapen.’

En ja, soms wringt dat ook. ‘Wij hebben het heel goed getroffen. Daar ben ik me altijd van bewust geweest, als ik thuiskwam na werk. Het is gewoon raar dat je het zo goed kunt hebben terwijl mensen het ook zo slecht hebben. Het enige wat ik er tegenover kan zetten is dat ik altijd mijn best doe om dingen in gang te zetten die ik kan om dat te verbeteren.’

Bomen en buren

Dit is mijn buurt

Thuis is ook de buurt. ‘De meeste buren kennen we, dat is fijn. En ik word altijd blij van de bomen. Ze zijn veel te groot voor de straat – beukenbomen, treurwilgen – ze trekken water weg, hun wortels drukken tegels omhoog. Maar als ze verkleuren in het najaar… Eigenlijk horen ze hier helemaal niet, maar ze zijn toch wel het mooiste van deze straat.’

Met de buurvrouwen heeft ze een app-groep. ‘Dat gaat over van alles: kruiwagens, diploma’s, ziekte, overlijdens. Dingen die je anders misschien niet zou weten. Als je door de buurt loopt zie je mensen lekker klooien rond hun huis, die heeft een fietsenstalling gemaakt voor het hele gezin, die buurvrouw is een nieuw kunstwerk aan het maken. Grootouders zitten met kleinkinderen in het speeltuintje waar ze vroeger met hun kinderen kwamen. Je ziet de cyclus van het leven.’

De kinderen en schoonouders wonen dichtbij. ‘Dat maakt het heel erg thuis voor ons. Het leven wordt op den duur kleiner, en dan wil je in een omgeving wonen die vertrouwd is. We hebben onlangs beneden een slaapkamer aangebouwd, zodat we in onze eigen buurt oud kunnen worden.’

‘Ach, daar zit ze.’

Dit is iets wat me dierbaar is of wat ik mooi vind

Zichtbaar vanaf de stoel staat een foto die haar dierbaar is. ‘Mijn moeder met haar achterkleinkind. Ze vond het heel erg leuk om zo’n klein achterkleinkind te hebben, na al die grote kleinkinderen.’ Rina’s moeder overleed eind 2023, kleinzoon is geboren in 2022. ‘Ze was te verzwakt om nog met hem op pad te gaan, maar ik vind het heel leuk dat ze elkaar gezien hebben. Dit is echt de foto zoals ik me haar herinner. Gewoon heel blij.’ Rina glimlacht. ‘Ik loop de kamer binnen en ik denk: ach, daar zit ze.’

Ze moest even nadenken voor ze deze persoonlijke foto deelde. ‘Maar ik dacht, mijn moeder vindt het helemaal niet erg. Die vond sowieso niet heel veel dingen erg. En hij is hier nog zo klein, die herken je niet meer.’ Ze laat een paar foto’s zien van hem een paar dagen geleden, echt al een jochie.

Trots en zorgen

Dit is iets waar ik me zorgen over maak

Trots is ze het meest op haar kinderen. ‘Ik heb ze zien groeien, hard zien werken, verdriet zien dragen en plezier zien maken. Het zijn gewone mensen, maar ik vind ze heel bijzonder.’ Maar foto’s bij deze opdracht komen niet online. ‘Ik ben daar altijd voorzichtig in geweest, op Twitter nummerde ik de kinderen in plaats van hun namen te gebruiken. En nou met AI… We hebben echt geen idee waar we aan begonnen zijn en waar het eindigt.’

Andere zorgen heeft ze in de regio. ‘Ik woon in de Bollenstreek. Het ziet er schitterend uit, de bloemen die opkomen in het voorjaar vind ik heel mooi. Het bloemencorso komt hier voor de deur langs, het is een geliefde traditie om er in de voortuin met de familie naar te kijken. Maar de vervuiling is gigantisch.’ Haar vader was tuinder en kweekte bloemen – ze weet waar ze het over heeft. ‘Je kunt eigenlijk niet meer zwemmen in het water. Flora en fauna sterven. En toch zeggen mensen: “Je kunt toch niet tegen de bollenvelden zijn?” Maar we moeten kiezen. Willen we natuur of alleen nog maar mooie plaatjes?’

Zelf heeft Rina zich aangesloten bij de klimaatgrootouders. ‘Ik stond er vroeger ook niet bij stil, maar we moeten ons afvragen wat we willen behouden en wat we willen doorgeven. Naast de positie van mensen aan de onderkant van de samenleving, is het klimaat iets waar ik me zorgen over maak.’

Blokkenwagen en identiteit

Dit is…. wat ik zelf nog graag wil laten zien

De laatste foto van ‘Waar ben ik THUIS’ is vrij in te vullen. Rina koos voor een blokkenwagen in de achtertuin. ‘Hij is in 1994 gemaakt door een dakloze meubelmaker bij SMO Helmond. Job Factory heet dat arbeidstoeleidingsproject nu. Ik heb hem ooit gekocht voor onze zoon. Nu rijdt zijn zoontje erop rond.’

Een wagen van stevige kwaliteit dus, maar belangrijker nog is wat hij symboliseert. ‘Ik heb later eens geprobeerd om voor een vriendin ook zo’n wagen te kopen maar kreeg te horen dat de maker weg was: hij had weer een baan en was uit de opvang. Dat vind ik zó’n hoopvol beeld. Die man was zijn vak niet kwijt. Hij was gewoon even in de opvang. En hij is weer verder gegaan. Dakloosheid is een fase, geen identiteit.’

Het heeft te maken met de bejegening waar Rina het in het begin over had. Ook door cliënten zélf. ‘Bij een symposium stelde iemand zich voor: “Ik ben René, en ik ben verslaafd.” Zeg gewoon: ik ben René en ik kom uit Utrecht. Dakloosheid is evenmin je identiteit als een ziekte of andere ellende die je meemaakt in je leven.’

Toch nog even geroeptoeterd, vanuit huis.

Rina | Hier ben ik THUIS

Contact hierover?

Kim van de Wetering

communicatieadviseur

kim.vandewetering@valente.nl

06 46130039

Meer informatieover Kim van de Wetering